Maculopathie tast het centrale zicht aan; het perifere zicht blijft behouden. Dit is hinderlijk voor het leven van elke dag. Lezen, details zien en gezichten herkennen wordt zeer moeilijk.
Diabetische maculopathie is de belangrijkste oorzaak van slechtziendheid bij mensen met diabetes. De ziekte wordt vooral bepaald door de duur van de diabetes en door de ernst van de diabetische retinopathie. Chronische hyperglycemie (te hoge suikerspiegel in het bloed) en een hoge bloeddruk zijn nog twee risicofactoren. Diabetische maculopathie kan gepaard gaan met diabetische retinopathie.
Diabetische maculopathie treft de macula (centrale zone van het netvlies), die zorgt voor het precisiezicht. Men onderscheidt twee soorten maculopathie.
Bij oedemateuze maculopathie bestaan er verschillende behandelingen: laser, injectie van ontstekingswerende middelen of stoffen die de groeifactoren remmen (anti-VEGF) in het glasvocht.
Voor ischemische maculopathie bestaat er momenteel geen enkele behandeling.
Een bijziende persoon kan voorwerpen op een afstand niet (goed) onderscheiden. Het zicht is wazig en zich verplaatsen, koken en televisie kijken kan enkel met een aangepaste bril of met lenzen.
Neuritis optica tast het centrale zicht aan, waardoor er “ongeziene” zones opduiken in het gezichtsveld. Contrasten, kleuren en erg belichte voorwerpen zijn moeilijk te onderscheiden.
De problemen die de zieke ondervindt, verschillen volgens de soort aantasting van zijn of haar gezichtsveld.