Leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD) verstoort het centrale zicht; het perifere zicht houdt meestal stand. Het verlies van centraal zicht is hinderlijk in het leven van elke dag. Televisie kijken, autorijden en naaien bijvoorbeeld worden moeilijk. Ook het lezen wordt bemoeilijkt: letters of delen van woorden vallen uit het beeld weg, de tekens worden vervormd.
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD) is een pijnloze progressieve aandoening die niet leidt tot volledige blindheid. Er bestaan twee vormen van maculadegeneratie: droge LMD die het vaakst voorkomt en traag vordert, en een ‘natte’ vorm die sneller evolueert en gepaard gaat met een groter risico op een aanzienlijk verlies van het centrale zicht. LMD wordt gekoppeld aan verscheidene risicofactoren, waaronder de leeftijd, familiale voorbeschiktheid, ongezond eten en overgewicht. Maar vooral roken verhoogt het risico op LMD gevoelig. In westerse landen is LMD de belangrijkste oorzaak van ernstig verlies van het centrale zicht bij mensen ouder dan 60 jaar.
LMD tast de centrale zone van het netvlies aan: de macula of gele vlek. Bij de droge vorm sterven de visuele cellen geleidelijk af (atrofie).
De natte vorm is te wijten aan de vorming van abnormale bloedvaatjes onder en daarna in het netvlies. Die bloedvaatjes kunnen lekken. Indien dit niet wordt behandeld, kan dit leiden tot littekenvorming.
De eerste symptomen gaan vaak ongemerkt voorbij omdat het gezonde oog het gezichtsverlies compenseert.
Voor droge LMD bestaat er momenteel geen behandeling in Europa. In de Verenigde Staten is aangetoond dat twee moleculen de progressie van atrofie vertragen. Er is een vertraging van de evolutie mogelijk met vitamines en lutheine (Zeaxanthine).
Bij de natte vorm hebben de behandelingen (laser, inspuiting enz.) tot doel de evolutie van de ziekte af te remmen. Wanneer de ziekte snel wordt gediagnosticeerd en behandeld, kan het zicht meestal voor een groot deel worden gestabiliseerd. In de centra voor slechtziende personen leren patiënten met een zwaar aangetaste macula het resterende gezichtsvermogen optimaal te gebruiken dankzij optische hulpmiddelen (vergrootglas, telescoop) of met elektronische instrumenten (beeldschermloep). De patiënt leert hoe hij zijn perifeer netvlies, dat gespaard blijft van het degeneratieve proces, efficiënter kan gebruiken. Zo kan de patiënt langer zelfstandig blijven.
Glaucoom veroorzaakt een progressief gezichtsverlies dat begint in het perifere zicht, en langzaam uitbreidt naar het centrum. Zonder behandeling kan deze ziekte blindheid tot gevolg hebben.
De persoon kan de helft van zijn linker- of rechterzicht verliezen (verticaal gezien), en dat symmetrisch op de beide ogen.
Maculopathie tast het centrale zicht aan; het perifere zicht blijft behouden. Dat is hinderlijk in het dagelijks leven. Lezen, details zien en gezichten herkennen wordt echt moeilijk.