Werken is een recht
Volgens onze enquête over het sociale leven, werkt 21 % van onze respondenten. 72 % van deze actieven is bediende, 14 % is management of oefent een vrij beroep uit, 12 % is arbeider en 2 % nog iets anders. Tijd om te ontdekken waar ze mee bezig zijn!
De overheid
Al meer dan 20 jaar moet de overheid voldoen aan quota voor medewerkers met een handicap. In de federale overheidsdienst is dit quotum bijvoorbeeld vastgesteld op 3 %, terwijl het 1,09 % was in 2022 en 1,40 % in 2023. Waarom zijn we er nog niet? Volgens Cien Jacobs, diensthoofd van Werk+ bij de Brailleliga, “legt de overheid voorwaarden
en een toelatingsexamen op die ontmoedigend, of niet voldoende toegankelijk kunnen zijn.”
Oljan Mapreni is slechtziend sinds zijn geboorte, studeerde rechten aan de ULB en is inclusiecoördinator bij de FOD Sociale Zekerheid. “In België zijn er geen sancties als de quota niet worden gehaald. Je moet het goede voorbeeld geven. We moeten bewijzen dat het mogelijk is en als dat gelukt is, kunnen we de privésector vragen hetzelfde te doen. Met de juiste steun is het mogelijk”. Oljan Mapreni is verantwoordelijk voor het verbeteren van de aanwerving van personen met een handicap in de publieke sector. “Ik interview kandidaten met een handicap die bij de overheid willen gaan werken. Tijdens deze gesprekken vertellen ze me bijna allemaal dat ze bereid zijn om meer te doen dan wat van hen wordt gevraagd of om verder te gaan dan hun mogelijkheden. En we zien dat ze dat ook doen als ze eenmaal zijn aangenomen. Personen met een handicap hebben de neiging
te denken dat ze iets te bewijzen hebben. Soms zelfs zo erg dat ze na een lange dag werken geen energie meer hebben om andere sociale banden aan te knopen.”
Olivier is net begonnen bij de Federale Overheidsdienst als administratief medewerker. Daarvoor werkte hij in de statistische programmering voor een privébedrijf. Midden de dertig werd de ziekte van Stargardt bij hem vastgesteld. Hij gaf zijn baan op en begon te rouwen om het verlies van zijn zicht en zijn leven daarvoor. Olivier wilde werken. Hij slaagde voor de wervingstest van Selor en kon kiezen op welke afdeling hij wilde werken. “Helaas werd ik niet goed begeleid. Mijn handicap gaf me het recht om mijn departement te kiezen, maar ik werd niet gewaarschuwd voor de moeilijkheden die specifiek waren voor deze departementen Toen ik aankwam wist niemand dat ik een visuele handicap heb, er was niets voorzien.” Na drie moeilijke maanden, zowel voor Olivier als voor zijn werkgever, kwam er een expert van de Brailleliga langs. “Hij maakte een lijst en legde uit wat aangepast zou moeten worden: de verlichting, de plaatsing van mijn bureau, mijn noden op het gebied van apparatuur, enzovoort. Het feit dat iemand van de Brailleliga het deed, maakte mijn verzoek legitiem. Ik vraag gewoon wat begrip, net omdat het gewoon niet zo gemakkelijk is. Personen met een handicap aannemen is goed, maar je moet ze vooral in staat stellen om in goede omstandigheden te werken. Dat kan ik doen indien mijn werkomgeving wordt aangepast. Anders ontstaat er een structureel onrecht. Er zijn nog steeds dingen die verbeterd moeten worden, maar ik ben blij dat ik mijn carrière een andere wending heb kunnen geven en weer aan het werk ben gegaan.”
De privé
In tegenstelling tot de publieke sector is de privésector niet verplicht om personen met een handicap aan te werven. Het is echter in het belang van grote en kleine bedrijven om dit wel te doen.
Volgens een onderzoek van Acerta heeft 0,27 % van de werknemers in de privésector een fysieke of mentale handicap, wat neerkomt op een stijging van bijna 15 % tussen 2022 en 2023. “Om de strijd om talent te winnen, zetten bedrijven steeds meer in op diversiteit. Ze kunnen het zich niet langer veroorloven om onbenut talent aan de zijlijn te laten staan”, aldus de HR-specialist.
Djamel rondde de basisopleiding af bij het Franstalige Centre de Formation Professionnelle van de Brailleliga. Hij werd gevolgd door een jobcoach en kreeg in 2022 een omscholingsovereenkomst bij de Brusselse supermarkt Rob. Daarna tekende hij een contract voor bepaalde tijd en laatst in juni een vast contract. “Ik werk op de afdeling bakkerij-patisserie, ik etiketteer en vul de rekken. Vroeger werkte ik in de horeca, maar door problemen met mijn zicht kon ik niet verder. Op dat moment dacht ik dat ik nooit meer zou kunnen werken. De Brailleliga heeft me niet alleen nieuwe hoop gegeven en me geholpen om een nieuw carrièrepad te vinden, maar heeft me ook in staat gesteld om geweldige mensen te ontmoeten. Ik ben heel dankbaar.”
Mickael is 46 jaar en is verant-woordelijk voor de klantenservice in een meubelwinkel. Daarvoor had hij de leiding over een dierenwinkel. Toen hij op 33-jarige leeftijd de diagnose van de ziekte van Stargardt kreeg, besloot hij het roer om te gooien en zijn dagelijks leven aan te passen. “Na 2 of 3 jaar zonder werk te hebben gezeten, heb ik een opleiding gevolgd. Ik stelde mezelf 1000 vragen. Waar zijn wij goed voor in een wereld die aan 100 per uur draait? Wat voor voorbeeld geef ik mijn kinderen? Zal ik ooit nog een job vinden? Werken geeft je een gevoel van bestaan en geeft je toegang tot sociaal contact. Na mijn opleiding zocht ik een job in mijn regio, zodat ik tijd met mijn kinderen kon doorbrengen en niet te veel tijd hoefde te verliezen in het openbaar vervoer. Om mijn verminderde zicht te compenseren, gebruik ik een beeldschermloep en vergrotingssoftware. De relatie met mijn collega’s is erg goed. Ik ben volledig geïntegreerd in het team.”
En wat met zelfstandigen?
Ambtenaar of medewerker zijn is niet de enige optie. Blinde of slechtziende personen kunnen ook freelancer worden. In 2023 ondersteunde de Brailleliga 5 mensen die zich als zelfstandige vestigden. Het zijn zelfstandige tolken, psychiaters, osteopaten, architecten en ergotherapeuten. Pauline Berteau, jobcoach, zegt: “We ondervinden heel weinig problemen bij deze mensen. De cliënten zijn vrij zelfstandig in hun aanpak en wij bieden vooral ondersteuning door naar hen te luisteren en hun te helpen om hun plannen uit te voeren. We wijzen ze ook op mogelijke hulp, zoals de hulp die beschikbaar is bij agentschappen als VAPH. In het geval van de vrouw die als tolk bij de Europese Commissie begon, was de grootste moeilijkheid de toegang tot de specifieke tests en examenvoorbereidingsboeken, die niet in braille beschikbaar waren. De transcriptie moest dus vrij snel gebeuren.”
Cédric is 43 jaar en heeft een aangeboren visuele handicap. Hij
is net begonnen als zelfstandig masseur. Hij is oorspronkelijk gediplomeerd als gespecialiseerd psycho-educatief hulpverlener, maar “ondanks mijn positieve stages was de realiteit tijdens sollicitatiegesprekken anders.
Ik kreeg kritiek omdat ik geen rijbewijs had en niet ver genoeg kon zien om toezicht te houden op de speelplaats. Dus gaf ik het al snel op. In 2020, na een depressie die verband hield met ernstig zichtverlies, ging ik in therapie en was, wat ik wilde en waar ik naartoe wilde.” Cédric gaf het idee op om opvoeder te worden en besloot zijn eigen project te starten. Hij volgde verschillende cursussen in massagetherapie en management en werd zelfstandig masseur in een praktijk. “Wat me hielp om de sprong te wagen, was dat de politiek een decreet aannam waardoor personen met een handicap die zelfstandige willen worden aanvullend kunnen genieten van verminderde bijdragen gekoppeld aan het zelfstandigenstatuut. Het geeft me financiële zekerheid en is een grote stap voorwaarts in het aanmoedigen van mensen met een handicap om de arbeidsmarkt te betreden en/of een eigen bedrijf te beginnen.” Vandaag geeft Cédric massages in zijn praktijk “Le temple d’ose” in Andenne.
“Mijn slechtziendheid is niet echt een obstakel, behalve misschien op het vlak van communicatie: een eigen bedrijf hebben, vereist dat je een plan opstelt met visuele hulpmiddelen en video’s. Ik heb ervoor gekozen om openlijk over mijn handicap te praten, met een vleugje humor: omdat ik een visuele handicap heb, kunnen mijn klanten naakt zijn in alle betekenissen van het woord, veel zal ik toch niet kunnen zien! Ik hoop het publiek ervan bewust te maken dat ondanks tegenslagen iedereen kan slagen.”
Eline (26) en Jean (55) zijn beiden jurist van opleiding en werken bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. Ondanks haar evoluerende retinitis pigmentosa en kokerzicht doorploegt Eline als attaché juridische geschillen de dossiers en schrijft ze arresten uit. Ze is een soort rechterhand van de rechter, zeg maar. Jean heeft vlekken op de macula en ziet 1/10 met het linkeroog en 1/20 met het rechter. Hij begon als advocaat en schakelde in 2002 over naar de overheid met onderzoek en houdt zich nu al enkele jaren bezig met communicatie en werkt op het secretariaat van de Eerste Voorzitter.
Ligt een job bij de overheid personen met een visuele handicap beter?
E: De lange uren als advocaat en het voortdurend luisteren naar een stem vraagt veel van je, dus ben ik bewust op zoek gegaan naar een ‘nine to five’ job, waar flexibel werk, 4/5e en thuiswerk mogelijk is. Bij de sollicitatietesten kon je ook makkelijk ‘redelijke aanpassingen’ vragen, terwijl je in de privé dan meteen je handicap volledig mag gaan uitleggen om te rechtvaardigen dat je extra tijd nodig hebt voor een assessment.
J: Ik ben blij dat ik hier ben kunnen evolueren naar een functie waar ik niet de hele dag aan schriftelijke zaken gebonden ben, wat belastend is voor de ogen. Ik voel vrijheid om mijn projecten te organiseren en er is ruimte om je tijd zelf in te delen. Zo heb ik wel al eens meegedaan aan activiteiten van de Brailleliga overdag, zoals de kookcursus.
Welke hulpmiddelen gebruiken jullie?
J: Ik kom mijn dagelijkse werkdag door zonder al te grote hulpmiddelen. Ik heb een leesbril, groot scherm en gebruik vergroting en de toegankelijkheidsmodaliteiten die Windows te bieden heeft (grote karakters, contrasten…). En mijn kijkertje natuurlijk, dat is mijn derde oog.
E: Vergroting is voor mij te vermoeiend, dus dat gebruik ik enkel om te oriënteren op mijn scherm dat aan een beugel hangt zodat ik het dicht bij mijn gezicht kan draaien. Ik werk hoofdzakelijk met spraak die alle teksten voorleest. Mijn brailleleesregel gebruik ik soms als ik spelling wil nakijken. De papieren dossiers en handgeschreven nota’s kan ik niet lezen, dus dat is wat behelpen met inscannen of hulp van een collega inroepen. Dat is soms wel vervelend omdat je hen moet storen, maar ze zijn allemaal wel begripvol en helpen graag. Gelukkig is er sinds kort ook een digitaal dossier, al moeten we met de IT nog even bekijken hoe dat goed toegankelijk wordt met mijn spraaksoftware. Eens alles op zijn plaats is en werkt, kan ik redelijk vlot en efficiënt schrijven. Mijn verantwoordelijke heeft ook een zeer open houding ten opzichte van specifieke noden voor de visuele handicap. Zo heeft hij er laatst mee voor gezorgd dat er braillelabels op de vuilbakken werden geplaatst.
Welke obstakels ondervinden jullie?
E: Mobiliteit. Door de hervorming van De Lijn is mijn bus afgeschaft, en het flexvervoer blijkt onbetrouwbaar voor woon-werkverkeer. Ik heb het twee keer getest en beide keren kwam het vervoer een uur later dan gepland. Bovendien is de Hoppin-app voor het reserveren van de belbus niet toegankelijk. Nu moet ik dus improviseren: mijn man brengt me naar het station. Ik kan wel te voet gaan, maar dat is extra vermoeiend. We hebben ons huis gekocht in de veronderstelling dat er een bushalte in de buurt was (zucht). Als het echt niet anders kan, neem ik een taxi, maar dat is natuurlijk geen duurzame oplossing. Het station in Lier is ook moeilijk toegankelijk, er zijn bijvoorbeeld geen noppentegels. Ik ken mijn pendeltraject wel, maar als er iets misgaat, zoals een spoorverandering, maakt dat de dag extra zwaar. Maar goed, niet werken en de hele dag thuiszitten zou ik ook niet kunnen. Dan isoleer je jezelf, want al je vrienden zijn wel aan het werk.
J: Wij kiezen ook onze leefwereld in functie van het openbaar vervoer, daarom woon ik in een stad als Brussel waar ik makkelijk de tram neem. Al moeten we hier soms wel rond de deelsteps cirkelen. Wat bij mij vaak speelt: ik lijk heel sociaal, maar anderen kijken soms vreemd op als ik hen niet herken of reageer. Mensen vergeten vaak dat je iets niet goed ziet, en daar moet je hen wel vaak aan herinneren. Het is ook niet evident om dat altijd te zeggen.
E: Ik merk wel dat als er extra taken zijn, of iets overgenomen moet worden… collega’s daarvoor niet snel naar mij zullen komen. Misschien omdat ze denken dat het niet werkbaar zal zijn voor mij, of uit praktische overwegingen... Maar misschien moet ik dan zelf meer zeggen dat ik die taken ook wel wil doen.
J: Ja, dat is op elke leeftijd belangrijk: we moeten onszelf echt vaak bekrachtigen, onze plan trekken en uitspreken wat nodig is. En voor mezelf hanteer ik als levensfilosofie: het komt wel goed. Je moet durven vragen stellen en een beetje vertrouwen hebben in de mensen, want soms heb je geen keuze.
Hielp de ondersteuning van de Brailleliga?
E: Ja. Je merkt dat je echt meer gedaan krijgt via een jobcoach dan alleen. Het feit dat er een aanspreekpunt is voor de werkgever liet het contact veel vlotter verlopen bij de indiensttreding en doordat zij de aanvraag voor hulpmiddelen coördineerde, waren mijn scherm, brailleleesregel, etc. allemaal aanwezig bij de opstart.
J: Ik ben eigenlijk als vrijwilliger begonnen bij de Brailleliga, en het is daardoor dat ik heb ontdekt dat mijn erkenning van mijn handicap niet helemaal in orde was. De Sociale dienst van de Brailleliga heeft dat toen begeleid, wat gelukkig tot de nationale erkenning van mijn handicap heeft geleid.
Hilde (48) is Beleidsondersteunend administratief medewerker bij Centrum voor Basiseducatie Antwerpen. Als twintiger verloor ze door een netvliesbloeding het centraal zicht in haar linkeroog. Na een cataractoperatie kreeg ze extra zichtproblemen: fotofobie (moeilijk licht kunnen verdragen), fotopsie (lichtflitsen) en moeite om focus te houden. Ondanks de tegenslagen kon ze bij haar werkgever blijven in een andere functie met een aangepaste werkomgeving.
Welke impact had je visuele handicap?
Ik had vroeger een heel uitdagend en gevarieerd takenpakket met veel beeldschermwerk, op meerdere schermen en in meerdere applicaties tegelijk. Een visueel inspannende job waarbij anderen ook dagelijks afhankelijk waren van mijn functioneren. Dit vroeg eigenlijk te veel van mij, maar opgeven of toegeven dat het niet lukte, viel me zwaar. Ik werkte bijna uitsluitend van thuis omdat er op het werk geen geschikte ruimte was, maar ook omdat ik heel vaak moest pauzeren. Ook mentaal was dit zwaar omdat ik erg geïsoleerd leefde en de flow van het werk en de collega’s moest missen. Daarnaast had ik erge hoofdpijnen, was vaak misselijk en doodop waardoor mijn sociaal leven zeer beperkt was. Ik voelde me overal falen: thuis, op het werk, tegenover familie, vrienden en mezelf. Ik merkte ook meer en meer dat ik zaken verkeerd inschatte, fout waarnam, en werd zeer onzeker. Ik was regelmatig ziek waardoor ik nog meer stress ervaarde. Na een periode out te zijn, kostte het veel moed en energie om ervoor te zorgen dat werken terug haalbaar werd.
Was er begrip op het werk?
Doordat ik hier al langer werk, kent men mij al wel een beetje. Ik heb mijn job altijd erg ter harte genomen. Men had er gelukkig alle begrip voor dat ik even de tijd nodig had om uit te zoeken hoe het verder moest. Toen ik te kennen gaf dat het niet haalbaar meer was om mijn vorige functie terug op te nemen, stonden zij open voor de zoektocht naar alternatieven. Ik kon aangeven wat wel/niet haalbaar was en ik kreeg een voorstel dat perfect past bij mijn kwaliteiten en talenten en een zeer geslaagde oplossing voor mijn werkplek. Geen evidentie, dus ben ik LIGO Antwerpen hier enorm dankbaar voor. Mijn collega’s tonen veel begrip, ze vragen of het licht uit moet, of ik beter op een andere plaats zit aan het raam, of gedeelde documenten leesbaar zijn… en geven me zeker het gevoel er terug bij te horen. Ik prijs me gelukkig.
Boden hulpmiddelen een oplossing?
Met de aangepaste glazen en montuur werd het ineens wel heel zichtbaar dat ik visuele problemen heb. Maar het comfort leverde zoveel op dat ik dit al snel geaccepteerd heb. Ik werk nu in een volledig verduisterde ruimte waardoor ik op een minder belastende manier beeldschermwerk kan doen. Verder gebruik ik 2 aangepaste brillen met medische filters, een extra grote tablet en touchscreen, daglichtlampen, klavieren met grote letters en aanpasbare achtergrondverlichting… Daardoor heb ik nu veel minder hoofdpijn en kan ik terug beter buiten komen. Ik zie mijn collega’s terug en maak weer deel uit van het werkleven. En als ik goed doseer is er opnieuw energie om andere leuke dingen te doen.
Hoe hielp de begeleiding van de Brailleliga?
Op een moment dat ik de alternatieven en mogelijkheden niet zag en ten einde raad was, vond ik bij de Brailleliga bij verschillende mensen de hulp die ik nodig had om inzicht te krijgen in mijn beperking en oplossingen te vinden om het werken weer haalbaar te maken. Cien (diensthoofd Werk+) gaf me steeds een duwtje in de rug als ik even de moed verloor. Ze begeleidde de aanvraag van hulpmiddelen en Individueel Maatwerk, ze nam contact op met mijn werkgever voor uitleg over de procedures en ondersteuning bij de nodige aanpassingen... Dorien, de psychologisch assistent, had een erg goed luisterend oor en verwees me door naar een goede creatief therapeute. Lesgever Jan heeft me leren werken met sneltoetsen en mee de toegankelijkheidsinstellingen aangepast… Mijn leven heeft dankzij de Brailleliga zoveel gewonnen aan kwaliteit! Zowel privé als op het werk, voor mij echt dag en nacht verschil. Daarom ben ik ze enorm dankbaar!
Dit vind je misschien ook interessant…
-
Samen naar meer inclusie op de arbeidsmarkt
Voor haar 5de campagne rond werk bundelt de Brailleliga haar krachten met Info-Sourds de Bruxelles om aan te tonen dat een zintuiglijke handicap geen obstakel is om te werken.