Mensen met cataract hebben constant een mistig zicht. In de meeste gevallen kan een ingreep soelaas brengen en enkele dagen na de ingreep kan de patiënt weer een normale activiteit opnemen.
Naarmate een netvliesloslating vordert, verstoort zij het centrale en perifere zicht en zorgt zij voor een aanzienlijk gezichtsverlies. Een heelkundige ingreep is dan dringend nodig.
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD) verstoort het centrale zicht; het perifere zicht houdt meestal stand. Het verlies van centraal zicht is hinderlijk in het leven van elke dag.
Glaucoom veroorzaakt een progressief gezichtsverlies dat begint in het perifere zicht, en langzaam uitbreidt naar het centrum. Zonder behandeling kan deze ziekte blindheid tot gevolg hebben.
De persoon kan de helft van zijn linker- of rechterzicht verliezen (verticaal gezien), en dat symmetrisch op de beide ogen.
Maculopathie tast het centrale zicht aan; het perifere zicht blijft behouden. Dat is hinderlijk in het dagelijks leven. Lezen, details zien en gezichten herkennen wordt echt moeilijk.
Een bijziende persoon kan voorwerpen op een afstand niet (goed) onderscheiden. Het zicht is wazig en zich verplaatsen, koken en televisie kijken kan enkel met een aangepaste bril of met lenzen.
Neuritis optica tast het centrale zicht aan, waardoor er “ongeziene” zones opduiken in het gezichtsveld. Contrasten, kleuren en erg belichte voorwerpen zijn moeilijk te onderscheiden.
De problemen die de zieke ondervindt, verschillen volgens de soort aantasting van zijn of haar gezichtsveld.
Een lichte bloeding van het glaslichaam veroorzaakt enkele zwarte vlekken in het zicht. Daarentegen kan een ernstige bloeding het volledig wegvallen van het zicht tot gevolg hebben.