Bij retinitis pigmentosa treedt de aantasting van het perifere gezichtsveld op de voorgrond. Lezen lukt nog wel, maar de mobiliteit bij personen met het ziektebeeld is sterk aangetast doordat de hindernissen niet of pas op het laatste moment gezien worden wanneer ze plots opduiken in het vernauwde gezichtsveld.
Retinitis pigmentosa is een erfelijk bepaalde, degeneratieve ziekte die de beide ogen aantast. Het progressieve en geleidelijke gezichtsverlies evolueert meestal naar blindheid. De vernauwing van het gezichtsveld die met deze ziekte gepaard gaat, kan verschillende vormen aannemen. De ziekte wordt gekenmerkt door verlies van nachtzicht, gevolgd door verlies van het perifeer zicht ook overdag, wat leidt tot toenemend tunnelzicht.
Het netvlies bestaat uit kegeltjes en staafjes. Staafjes zijn zeer lichtgevoelig en zorgen voor nachtzicht. Aangezien er geen staafjes zijn in het centrum van het netvlies dat verantwoordelijk is voor scherpzicht, zien we ‘s nachts niet scherp. Kegeltjes werken pas wanneer er meer licht is en zorgen voor zicht bij dag, met scherpzicht, kleurenzicht en het gezichtsveld overdag.
Retinitis pigmentosa tast de staafjes (netvliescellen verantwoordelijk voor nachtzicht) eerst aan. Daarna worden ook de kegeltjes, die instaan voor het dagzicht, in het ziekteproces betrokken. Dan ontstaat toenemend tunnelzicht doordat scotomen (blinde vlekken) in het perifere gezichtsveld progressief samenvloeien. Pigmentophopingen in het perifere netvlies zijn kenmerkend en te beschouwen als littekens.
Er bestaat momenteel geen behandeling voor retinitis pigmentosa. Enkele voorzorgsmaatregelen kunnen de evolutie van de ziekte wel vertragen. Zo zijn gezonde en evenwichtige voeding, het dragen van een zonnebril bij fel licht en niet roken belangrijk. Vitamine A supplementen zijn niet aan te raden.
Verschillende genetische behandelingen zijn in ontwikkeling zodat de aandoening kan afgeremd of misschien wel gestopt kan worden. Eén van dergelijke behandelingen is reeds op de Belgische markt en wordt terugbetaald door de ziekteverzekering. Om dit mogelijk te maken is een genetisch onderzoek op een bloedstaal in een gespecialiseerd universitair centrum noodzakelijk.
Een lichte bloeding van het glaslichaam veroorzaakt enkele zwarte vlekken in het zicht. Daarentegen kan een ernstige bloeding het volledig wegvallen van het zicht tot gevolg hebben.
Mensen met cataract hebben constant een mistig zicht. In de meeste gevallen kan een ingreep soelaas brengen en enkele dagen na de ingreep kan de patiënt weer een normale activiteit opnemen.
Naarmate een netvliesloslating vordert, verstoort zij het centrale en perifere zicht en zorgt zij voor een aanzienlijk gezichtsverlies. Een heelkundige ingreep is dan dringend nodig.